Spanje - Frankrijk 19/03 - 27/03

25 maart 2022 - Calafell, Spanje

Zaterdag 19 maart liep de wekker af om 8:00 . Ik hoorde de regen op het dak tikken en draaide me nog eens om.  Een half uurtje later was ik wakker genoeg om op te staan.  Na een stevig ontbijtje gingen we inpakken.  Met een camper is alles natuurlijk al ingepakt en is het belangrijker om ervoor te zorgen dat alles vastligt, de ramen gesloten zijn, de gasfles dicht is en de elektrische kabel opgerold wordt. Check, check en dubbel check.  Deze keer precies wel overal aan gedacht. Het is al anders geweest. 
Ik ging de camper nog even over de afvalwaterput zetten om het laatste vuil water te lozen.  Nog geen minuut later stonden er plots een hoop mensen die nog vlug afscheid wilden nemen en ons  een goede reis kwamen toewensen.  Gelukkig moest er maar 350 kilometer gereden worden. We hadden dus alle tijd. 
De zon piepte even door de wolken . Ik draaide me met mijn gezicht er naartoe om nog even te bruinen toen Bert riep : ‘Die zon laat je hier , hoor !’

Leuk om zo uitgezwaaid te worden.

Na rond punt nummer 2 ging het al fout.  Meneerke gps zei links aanhouden, Walter bewonderde de metalen stier en ik zag te laat dat ik rechts moest aanhouden.  Gelukkig kon ik vlot rechtsomkeer maken.  Ik dacht : ‘ Dat belooft ‘ maar gelukkig is het hierbij gebleven. 
Tot Taragona regende het met tussenpozen pijpenstelen.  Op de camperplaats in Bellvei was er nog geen druppel gevallen.  Er stonden redelijk veel Spaanse campers maar er was nog een plaats voor ons.  De eigenaar herkende ons zelfs nog. 
 

Zondag 20 maart vertrokken we droog . Af en toe kwam de zon eens piepen. Voorbij Barcelona vielen er bakken water uit de lucht. Nu en dan  stopte het met regenen en kreeg de wind vrij spel.  Het was net alsof ik met een bus reed uit 1990, daar moest je constant bijsturen of je kwam niet terecht waar je wou. 
Ter hoogte van Montpellier werd het rustiger weer. In Saintes Maries de la Mer was het droog. Ik heb maar 3 dagen betaald en zie wel wat voor weer het word.
Carine en Eddy zijn ons gevolgd en kwamen rond 21:30 aan. Ik had voor hen gereserveerd zodat de nachtportier hen kon binnenlaten. 

Maandag 21 maart stond er redelijk wat wind en op de dijk werden we letterlijk gezandstraald.  We trokken de stad in . Liepen door de winkelwandelstraat en een straat met alleen maar restaurants.  Daar liet Walter zijn oog vallen op de Bouillabaise.  We hadden al gegeten dus we zetten het op ons verlanglijstje.

Eddy verhuisde zijn camper naar ons veldje.  Gezelligheid troef.   
We gingen nog even aan de receptie op een bankje zitten en daar maakten we kennis met 2 Nederlandse campinguitbaters die op het veld tegenover ons stonden.  Lekker gekeuveld over het slechte weer in Spanje en een afspraak gemaakt om bij hen eens komen  te logeren, camping De Pampel .

Dinsdag 22 maart gingen we op zoek naar dat restaurant om Bouillabaise te eten. Gesloten ! Gelukkig was er nog een restaurant dat dit serveerde.  Ik kende het gerecht niet en toen de dienster het bord met geroosterd Frans brood bracht, dacht ik nog ‘ waar zijn de frietjes of de rijst’ ? ‘. Gelukkig hield ik mijn mond want het bleek gewoon soep te zijn met een overdaad aan vis en schaaldieren. 
Dessert kon er niet meer bij. Dat gaan we een andere keer verorberen. 

We wandelden langs een natuurgebied naar zee.  Bij de stierenarena stond de poort wagenwijd open doordat er werken aan de gang waren.  We stonden daar te kijken toen een werknemer zei dat we binnen mochten gaan. Indrukwekkend !

Op de camperplaats was het genieten van de zon. Genieten van de 8 m lange camper die met veel moeite op zijn plaats geraakte.  Ik weet waarom de mijne maar 6,40 m is.  
Met Carine trok ik naar de ‘laverie’!  We hadden allebei plannen om onze was te doen en gingen alvast op verkenning.

Woensdag 23 maart werd een regelrecht gevecht met het betalingsmechanisme van de wasmachine. Gelukkig schoot een koppel Fransen mij te hulp.  
ondertussen was ik nog 3 dagen gaan bij betalen.
Na de ‘double chicken soup’ uit een pakske, de ‘Chili sin carne’ uit blik met poederpuree van  AH trokken we naar een restaurant voor het dessert dat we nog te goed hadden. Carine en Eddy gingen mee. De zon scheen heerlijk en het was zalig toeven op het terras totdat we vriendelijk verzocht werden om onze biezen te pakken.  
Gelukkig konden we ergens anders terecht voor een kopje koffie.  
De zee was rustig en mooi blauw.

Donderdag 24 maart wandelden we met Carine naar een bakker en een andere supermarkt. We liepen langs een riviertje en het natuurgebied.  De winkel bleek een veel te dure Spar te zijn.  Bij de bakker kochten we iets dat op een brood leek.  De koffiekoeken riepen in koor onze naam en we konden niet anders dan er enkele mee te nemen. 
Ik wipte nog even binnen in de Intermarché terwijl Carine op Walter paste .

’s Middags bezochten we restaurant Andaluz en bestelden de dagmenu : een vissoep, gefileerde dorade met puree en groenten en een dessert.  Dat was een schot in de roos. De soep was mega lekker en de borden leken wel soepterrines.  Het was dus proppen om de hoofdschotel er nog bij te krijgen.  Walter kreeg nog een  ‘Île flottante’ en ik een ‘mousse au chocolat’ om de eventuele gaatjes nog op te vullen.  Welke gaatjes ? 
We waren meer dan voldaan. En het was o zo lekker ! 
Met een omweg, om wat calorieën te verbranden, stapten we naar de camping. Helaas leidde die omweg ons voorbij een ijsjeszaak met wel 30 verschillende soorten ijs.  Voor Walter een bolletje yoghurtijs en eentje met kastanjes , ik hield bij gezonde mandarijntjes en hibiscus.  We zaten op een bankje met zicht op zee om het op te eten. En het smaakte.

Als straf om die laatste calorieën ook nog verbrand te krijgen , maakten we een ommetje rond de camping.  13.500 stappen later was het dan tijd om de koffiekoeken te verorberen. Brood hebben we niet meer gegeten !  Hoe zou dat komen. 

Vrijdag 26 maart vertrokken we met Carine en Eddy naar de plaatselijke markt.  Daar werden we aangesproken door een Belg die daar al 25 jaar woonde.  We kochten droge worsten , eentje met stierenvlees, een andere met eendenvlees en de laatste met vlees van een ezel.  Nieuwsgierig hoe we dat gaan overleven.

‘Walter kocht een tafelkleed en toen besloten we om toch nog eens op restaurant te gaan.  De paella de la Camargue voor Walter en een petit Bouillabaise voor mij.  Petit was meer dan genoeg.   We hadden trouwens nog een ijsje voorzien.  Het moest zo lekker maar niet zijn.

In de vroege vooravond trof ik de nodige voorbereidingen  voor ons vertrek op zaterdag 26 maart.